In dagblad Trouw van 6 februari 2016 stond een berichtje waarvan ik schrok: "Erfelijkheidsonderzoek schiet er door taal bij in":
"Slechts de helft van de jonge Turkse of Marokkaanse vrouwen met borstkanker laat onderzoeken of ze een erfelijke variant hebben. Dat is van belang om herhaling te voorkomen en voor het nageslacht. Bij andere vrouwen onder de veertig jaar ligt dat aandeel op 80 procent, blijkt uit onderzoek van het UMC Utrecht. De taalbarrière speelt waarschijnlijk een rol: door gebrekkige communicatie is er geen tijd over om over het erfelijkheidsonderzoek te spreken."
Verschillende gedachten kwamen bij me op. Heeft een arts dan niet de verantwoordelijkheid om dat te signaleren en er iets aan te doen? Dat er bijvoorbeeld taalondersteuning gevraagd kan worden? Wat is de reden dat deze jonge vrouwen er niet voor zorgen dat zij zelfstandig of met hulp van iemand anders goed met de arts kunnen communiceren?
Taal kan zoveel goeds brengen in je leven, biedt zoveel mogelijkheden. Maar als taal niet vanzelfsprekend is, kan het een obstakel zijn dat je belemmert. In dit voorbeeld op het gebied van gezondheid.
Ik gun iedereen alle voordelen, mogelijkheden en plezier die het gebruiken van de Nederlandse taal biedt! Daarom ben ik blij dat het Taalhuis in onze bibliotheek kansen biedt voor iedereen die er gebruik van wil maken.
Charlotte
Geen opmerkingen:
Een reactie posten