Posts tonen met het label Duitsland. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Duitsland. Alle posts tonen

donderdag 17 november 2016

Verdwaasd

Klaus-Peter Wolf, geboren in 1954 in Gelsenkirchen, is freelance schrijver en scenarist. In Duitsland geniet hij grote bekendheid met een serie misdaadromans die zich in Oost-Friesland afspelen. Zijn boeken zijn vertaald in 24 talen en bekroond met talrijke prijzen, net als zijn films. De auteur heeft ook meerdere scenario's geschreven voor Tatort.

Krimi
Behalve misdaadromans schrijft hij ook spannende korte verhalen. Een aantal er van zijn gebundeld onder de titel "Verdwaasd" in de serie Crimineeltjes van Uitgeverij Stortebeeker.

Het boekje kwam mij onder ogen, ik begon er in te lezen en kreeg de smaak te pakken. Zeven spannende korte misdaadverhalen die zich afspelen in het Duitse Oost-Friesland, waar de auteur ook woonachtig is.

Spannend en intrigerend
Familieverraad, hekserij, huiselijk geweld, een overheersende moeder, haat en jaloezie passeren de revue. De internetheks bijvoorbeeld is een intrigerend verhaal. Spannend, beeldend en geschreven in de ik-vorm. Alsof je het zelf beleeft, een macabere story met een einde waarbij de verbeelding van de lezer wordt aangesproken. Deze bundel met ongewone verhalen over mensen met waanideeën heb ik in één ruk uitgelezen.

Dit boekje reserveren! Klik hier!

Marga de Jong






maandag 5 augustus 2013

De Boekendief van Markus Zusak

Het komt niet zo vaak voor dat een boek mij kan laten huilen, maar aan het eind van dit boek moest ik een paar stevige tranen laten.

Sanneke schreef al eerder een korte recensie van dit boek. Zij heeft het in het Engels gelezen.

De Boekendief is het verhaal van een jong meisje, Liesel Meminger, die net voor het begin van WO II als pleegkind onder gebracht wordt in een gastgezin net buiten München. Ze heeft dan al een traumatische gebeurtenis meegemaakt. Op de treinreis die zij, haar moeder en haar broertje maakten is haar broertje voor haar ogen gestorven. Bij de begrafenis van haar broertje steelt Liesel haar eerste boek, vandaar haar bijnaam 'de Boekendief'.

Liesel komt met dit boek aan in het gastgezin van Rosa en Hans Hubermann. Liesel wil het boek dat ze heeft gestolen lezen, maar doordat ze een schoollessen heeft moeten missen kan ze niet lezen. En dus leert ze het van haar pleegvader, een intens lieve man, die overigens ook geen bekwaam lezer is.


Liesel groeit verder op in het nazi Duitsland. Haar pleegvader heeft nooit lid willen worden van de partij, want hij kan het niet over zijn hart krijgen lid te worden van een partij die joden niet als mensen wil behandelen. Hem is ooit het leven gered door een jood in WO I. Werk is lastig te krijgen als je geen lid bent van de partij en daardoor moet het gezin de touwtjes aan elkaar zien te knopen. Haar pleegmoeder heeft een aantal adressen als wasvrouw, waaronder het huis van de burgemeester. Liesel wordt op een gegeven moment ingezet om de was op halen, en zo leert ze de vrouw van de burgemeester kennen.

Liesel heeft een zeer goede vriend, Rudi. Ze trekken samen op in het nazi-Duitsland. Ze zijn beide lid van de Hitler Jugendstil, want dat hoort zo. Maar ze voelen zich er niet echt thuis bij. Ze trekken veel samen op, onder andere op rooftochten om voedsel te stelen. Na het lezen van haar eerste boek heeft ze een enorme leeshonger gekregen en is ze steeds op zoek naar boeken. Zo redt ze van de brandstapel tijdens de Kristallnacht een boek van de brandstapel. Dat was een daad van verzet, en er was een getuige. De vrouw van de burgemeester heeft gezien dat Liesel een boek stal van de brandstapel. De vrouw krijgt een speciale band met Liesel en moedigt haar aan door te gaan met lezen door Liesel toegang te verschaffen tot de bibliotheek. Liesel steelt uit deze bibliotheek af en toe een boek, met medeweten van de vrouw van de burgemeester.

Dan staat er op een dag een vreemdeling voor de deur van Hans en Rosa. Het is de zoon van de joodse legermaat van Hans uit WO I, die hem destijds het leven heeft gered. Deze Max zoekt een onderduikplaats.  Hans en Rosa kunnen niet anders dan Max onderdak bieden. Max en Liesel worden vrienden. Uiteindelijk moet Max toch het huis weer verlaten omdat hij het niet meer veilig acht om bij de familie te blijven. Hij vertrekt en probeert uit de handen van de nazi's te blijven. Liesel blijft naar hem uit kijken, elke keer dat er een werkploeg van joden uit het nabij gelegen Dachau in de stad aan het werk is zoekt ze naar Max tussen de mannen. 

De verteller in het boek is een bijzondere figuur, het is De Dood.  De keuze voor de dood als verteller vond ik in eerste instantie wat gekunsteld, maar al verder lezend in het boek had ik er wel vrede mee. Het past als stijlfiguur bij het verhaal waarin de dood nooit ver is. Zusak voert de dood op als een verteller die met een liefdevolle en beschouwelijke blik kijkt naar Liesel, en wat WO II en de mensheid voor hem betekent.


Hoe het afloopt met Liesel, Rudi, Max, Hans en Rosa staat te lezen in De Boekendief. Een ontroerend verhaal van een leeshongerig meisje dat opgroeit in nazi-Duitsland in een pleeggezin dat niet nazistisch was. En niet alledaags verhaal over Duitsers die niet met de massa meegingen, een jood die ondergedoken was, de kracht van een goed verhaal als je met z'n allen in de schuilkelder zit als de geallieerde bommen vallen.  Zeer lezenswaardig! Wilt u De boekendief reserveren, kijk dan in onze catalogus.

Erna Winters

vrijdag 3 mei 2013

De Brand van Jörg Friedrich

De afgelopen weken las ik 'De Brand' van Jörg Friedrich. Het boek is een beschrijving van en een aanklacht tegen de geallieerde bombardementen op Nazi-Duitsland. Friedrichwas één van de wetenschappers die ook in de serie 'In Europa' van Geert Mak werd geinterviewd, omdat hij ook de andere kant van het verhaal van WO II wil laten zien. Na de vakantie van vorig jaar door Duitsland, onder andere in de hersteld steden Dresden, Neurenberg, Frankfurt, en het lezen van Geert Mak ben ik geinteresseerd geraakt in hoe 'het ' Duitse verhaal in elkaar steekt.

Het boek van Friedrich is een dikke pil. Het ligt zwaar in de hand, het leest ook zwaar. Volle bladzijden, lange lappen tekst, geen tussenkopjes of hoofdstukkken. Het is een boek dat je het liefst in één keer uit zo moeten lezen. Maar daarvoor is het te zwaar... vind ik. Toch, ook als je het leest zoals ik met tussenpozen, is het een boek dat je bij de strot grijpt. Friedrich geeft een duiding hoe beslissingen in Nazi-Duitsland werden genomen, om de burgers te beschermen, of juist niet. Hele psychiatrische klinieken werden 'ontruimd' (dat wil zeggen de patiënten werden vermoord) om ruimte te kunnen bieden aan soldaten van het front. Gezinnen werden uit elkaar getrokken om ze verdeeld over het land onder te kunnen brengen. Er werden schuilbunkers aangelegd, maar daar werden de buitenlandse dwangarbeiders geweerd. Mensen die tijdens de oorlog, en zeker na de invasie van de geallieerden op Sicilie en later Normandie, twijfel uitspraken of Duitsland de oorlog wel kon winnen werden aangegeven en standrechtelijk geexecuteerd. Friedrich spaart zijn eigen landgenoten niet. Hij brengt ook de andere 'overwinnaarskant' in beeld.

Hij klaagt op niet mis te verstane wijze de tactiek van 'moral bombing' van de Amerikanen en de Britten aan. Duitsland moest branden, het moreel van de bevolking moest gebroken worden zodat ze zich tegen Hitler zouden keren. Er werd begonnen met steden van meer dan 100.000 inwoners systematisch, en voortdurend te bombarderen. Er lag een heel plan aan ten grondslag, een soort wetenschap, hoe je het best kon bombarderen om een vuurstorm op te wekken. Als dat lukte kreeg je een zo hoog mogelijk aantal slachtoffers. Na de eerste bommenregen kwam een volgende of brandbommen met een ontstekingsmechanisme dat dan later pas afging. En na die eerste lading was dan de zuurstof op in de schuilkelders en stikten mensen. Of de temperatuur liep door de vuurstorm zo hoog op dat mensen werden gekookt of gebraden in hun schuilplaatsen. En dit gebeurde dus op woongebieden, niet persé op industriele of militaire doelen, doelbewust. Dat mag je gerust misdadig noemen.

In het boek wordt duidelijk dat nadat de grote steden al plat waren gegooid, en de geallieerden al duidelijk aan de winnende hand waren, gewoon werd door gebombardeerd op kleinere steden, vaak zonder enige strategische waarde. Vernietigen om het vernietigen. Duitsland moest kapot, de burgers moesten boeten.

Er zijn met al die bombardementen relatief weinig slachtoffers gevallen, dat is wel bijzonder. Dat heeft te maken met de uitstekende Duitse interne hulpverlening. Het Derde Rijk zorgde juist gedurende de oorlogsjaren voor zoveel mogelijk schuilplaatsen voor de burgerbevolking. Er was een heel ambtelijk apparaat waar je kon aangeven wat je verloren had en daar kreeg je zelfs tegoedbonnen voor. Wat wel grotendeels verloren ging waren de oude binnensteden, kunstschatten, prachtige kerken, cultureel erfgoed. Juist de oude binnensteden met gebouwen met houten balken en gebinten, met het vakwerk, in een fijnmazig stratenpatroon was uiterst geschikt om een vuurstorm op te wekken.

Dit boek laat de andere kant van de oorlog zien. Het leven voor de gewone Duitser, hoe die gebukt ging onder enerzijds het nazi-regime en anderzijds onder een bommenregen die niet van ophouden wist. Het is een zeer lezenswaardig boek, een echte aanrader. Voor een ieder die wil weten hoe het voor de gewone burger was onder de terreur van het 'moral bombing'. Het verhaal niet van het overwinnaarsperspectief geschreven, maar van de verliezers.

Wilt u De Brand lezen? Reserveer dan hier in onze catalogus.
Erna Winters