Ik hou van waargebeurde verhalen. Ze belichten vaak de minder rooskleurige kant van het leven en zijn rauw en oprecht geschreven. En dat is bij dit boek ook het geval.
Fragment uit het boek
'Nog maar één dag dakloos en ik heb meteen de beste plek om te slapen gevonden,' zeg ik tegen Ralph. We zijn over het hek van een voetbalveld geklommen en hebben ons in een huisje op het voetbalveld geïnstalleerd. Het hek loopt over een sloot en is voorzien van scherpe punten die zo door onze schoenen heen prikken. Wanneer je hierover naar de andere kant klimt hang je boven de sloot. 'je zult maar vallen,' had ik tegen Ralph gezegd. Het is avond en donker als we naar Schalkwijk lopen. Ik ken dit voetbalveld omdat het RIAGG hiernaast ligt. Wanneer ik met een clubje van therapie een rookpauze had, liepen we er wel eens heen. Overdag was het hek open en ik dacht dus ook vanavond zo door te kunnen lopen. Ik schrok ook wel even toen bleek dat het hek afgesloten was. Gelukkig vonden we toch een manier om aan de andere kant te komen. Ik ben dik aangekleed en heb over mijn kleding mijn knaloranje skibroek aangetrokken. Op mijn rug mijn grote backpacker - multifunctioneel wanneer je dakloos bent. Er past lekker veel in en het is veel beter dan je spullen in plastic tassen meeslepen. 'Kijk, Ralph, fantastisch toch?' zeg ik , terwijl ik het wachtershuisje langs het veld laat zien. Er staan er vier op het hele veld. We besluiten in een ervan te overnachten, in het andere huisje kunnen we onze behoefte doen.

Ontroerende portretten
Het kost Stephanie-Joy Eerhart vijf jaar om zich aan haar dakloze bestaan te ontworstelen. Ze kickte grotendeels op eigen kracht af en leerde leven met borderline, anorexia en de gevolgen van een zwaar auto-ongeluk. In haar boek beschrijft zij haar leven tussen de daklozen en in de nacht- en dagopvang van het Leger des Heils. Haar goede observatietalent waarmee ze ontroerende portretten van haar en haar lotgenoten schetst maken dit een boek dat de lezer van de eerste tot de laatste zin bij de strot grijpt. Het schrijftalent van Stephanie-Joy Eerhart is ontdekt bij de dicht- en schrijfclub van de Haarlemse dak- en thuislozen, die werd begeleid door voormalig Nieuwe Revu-journalist Bert Voskuil. Voskuil coachte haar ook bij het verwezenlijken van haar grootste droom: het schrijven van haar schokkende levensverhaal.
Voormalig SP-voorzitter en Tweede Kamerlid Jan Marijnissen schrijft in zijn voorwoord: ’Wie dit boek leest en een greintje inlevingsvermogen heeft, houdt het niet droog.’
Je kunt Pappies kleine meid slaapt op straat hier in onze catalogus reserveren.
Stephanie-Joy Eerhart heeft inmiddels ook een tweede boek geschreven: Littekens van de straat. Dit boek beschrijft hoe het verder met haar gegaan is na het verschijnen van Pappie's kleine meid slaapt op straat.
Chris
Geen opmerkingen:
Een reactie posten