Ik ben alleen maar verre van verloren. Soms zeg ik dat
hardop tegen mezelf. Meestal kan ik erom lachen.
Ik ben zesendertig. Dat is niet jong en ook niet oud. Ik
kan heel goed autodansen en op hoge hakken lopen, risotto maken en lief zijn
voor kleine dieren. Hoe dat precies moet, leven, daar ben ik nog niet helemaal
achter, maar ik kan redelijk goed doen alsof. Dat is een begin, vind ik. Ik kan
ook verdienstelijk uitleggen aan anderen hoe het misschien zou moeten, en daar
wordt soms naar geluisterd, merk ik, wat mij dan een beetje verbaast.
Aan het woord is Eva, (36) één van de vijf personen die hun
verhaal, hun leven, vertellen in deze roman.
Lou (12), Elsie (42), Casper (46) en Jos (71); vijf mensen
met elkaar verbonden; ieder vertelt zijn of haar verhaal.
Allen zijn op zoek naar het geluk in welke vorm dan ook:
identiteit, liefde of vrijheid, hetgeen gepaard gaat met verdriet, worsteling
en eenzaamheid, maar ook met vluchten voor de werkelijkheid.
Kortom een mensenleven! Meestal heel herkenbaar, soms
verbazend.
Casper, getrouwd met Merel, heeft een affaire met Elsie.
Casper is kunstschilder en heeft volgens zijn echtgenote weinig meer nodig
dan ‘verf,
doeken, wat eten en drinken en aandacht van zoveel mogelijk mooie vrouwen’. Maar hij ziet in Elsie 'de wekker die hem met een
afschuwelijk dreinend kutgeluid duidelijk heeft gemaakt dat er nu echt geen
ontsnappen aan is.’
Eva is zesendertig en single. Ze werkt als hulpverlener in
een gevangenis. Met mannen heeft ze een ietwat lastige relatie. Op de een of
andere manier wordt ze steeds verliefd op de verkeerde. Maar haar vrienden
zeggen altijd dat het wel goed zal komen. Dat ze de beste man zal vinden van
allemaal. Omdat ze het verdiend heeft. ‘Wat
zou het prachtig zijn als mensen ook echt krijgen wat ze verdienen.’
Elsie, theaterdirecteur, is de oudere zus van Eva. Getrouwd
met Walter. Volgens Eva is haar zusje een vrouw ‘met twee voeten spectaculair op de
grond’. Volgens haar minnaar Casper is Elsie verschrikkelijk
mooi en verschrikkelijk slim en verschrikkelijk geil en warm en bijzonder. Als
Elsie aan Casper denkt dan is dat ‘met
bijna huilen’.
Lou (slim en sensitief) is de dochter van Elsie ‘Ik moet mijn scheut
nog krijgen’, zeggen ze.’ Twaalf
zijn is verschrikkelijk. Het enige wat nog erger is: twaalf zijn en op de
middelbare school zitten'.
en twaalf en klein voor haar leeftijd.
De vader van Eva en Elsie, Jos, is eenenzeventig; hij
draagt een verschrikkelijk geheim met zich mee en (weer) alcoholist. ‘Vier jaar geen druppel
gedronken, radicaal gestopt van de ene dag op de andere. Geen AA, geen
therapeuten, geen pillen, puur op karakter.’ Ineens
was het genoeg toen de dokter tegen Eva –
ze moet zo’n zeven jaar geweest zijn toen – zei: ‘Gaat hij zo door dan drinkt hij zich
binnen afzienbare tijd dood. Dat kan geen lever ter wereld aan.’
Debuut
Dit boek is het debuut van de Vlaamse schrijfster Griet Op De Beeck (1973) en ik kijk uit naar haar volgende roman.
Haar schrijfstijl is direct, scherp, geestig en zijzelf
toont zich een begenadigd observator; zij laat haar personages volkomen vrij in
het spuien van hun onvrede, grieven, gedachten en wensen, hetgeen ervoor zorgt
dat het moeilijk wordt het boek weg te leggen.
Een extra charmant tintje, wat mij betreft, is de Vlaamse
tongval die regelmatig door het prachtig vertolkte Nederlands wordt geweven.
Dit boek is in het bezit van de academica literatuurprijs 2014.
Op dit moment werkt Op De Beeck aan het scenario van de film 'Vele hemels boven de zevende'.
Je kunt dit boek lenen in de bibliotheek en is hier te reserveren.
Jeannette
Heb t besteld! Je kan niet anders na deze enthousiaste recensie! Nico Kool
BeantwoordenVerwijderen