Voorlezen elke dag een feest!
Als je in de kleine kinderen zit kan het je bijna niet ontgaan zijn!
Afgelopen woensdag zijn de Nationale Voorleesdagen van start gegaan en ze duren nog tot en met 6 februari. Voorlezen aan kinderen is belangrijk het prikkelt de fantasie, ontwikkelt het taalgevoel en bezorgt hun veel plezier. De voorleesdagen zijn speciaal voor baby’s, peuters en kleuters in het leven geroepen om het voorlezen te bevorderen.
Bij Bibliotheek Kennemerwaard worden daarom veel activiteiten georganiseerd. In alle vestigingen wordt voorgelezen en soms ook op locatie zoals bij agrarisch kinderdagverblijf Het Stokpaardje in Castricum of Molen B in Alkmaar. Er is peuterdansen, een poppentheater, er zijn meespeelvoorstellingen en er wordt muziek gemaakt. Bovendien kunnen kinderen tussen 0 en 6 jaar oud tijdens de Voorleesdagen gratis lid worden van de bibliotheek.
We hebben er een geitje bij
Het prentenboek van 2016 is We hebben er een geitje bij van Marjet Huiberts met illustraties van Iris Deppe. Op de kinderboerderij is een nieuw geitje geboren. Mik gaat op zijn step naar de kinderboerderij om het nieuwe geitje te bewonderen. De andere dieren op de kinderboerderij vertellen aan Mik hoe blij ze zijn met het nieuwe geitje. Vervolgens gaan ze met z’n allen naar de stal om het babygeitje te bekijken.
Marjet Huiberts komt op 7 februari zelf naar de bibliotheek in Alkmaar om voor te lezen en te zingen en bewegen met de kinderen.
Eigen favorieten
Er zijn heel veel leuke prentenboeken. Ik heb zelf een dochter van 7 maanden oud en kan me wat voorlezen betreft helemaal uitleven. We slaan geen avond over. Altijd voor het slapengaan lees ik een boekje voor. We zitten nu nog vooral in de BoekStart boekjes maar soms lees ik ook een “gewoon” prentenboek voor. Boekjes met flapjes doen het erg goed al was het maar omdat daar flink aan getrokken kan worden. Eén van de favorieten van deze week was Mag ik eens in je luier kijken? Van Guido Van Genechten. In groep 3 heb ik een aantal keer een leesbevorderingsproject gedaan waarbij ik de kinderen vroeg een eigen favoriet mee te nemen. Zelf kun je dan niet achterblijven en dus neem ik dan ook mijn 2 favoriete prentenboeken mee. Twee, want ik kan niet kiezen. Mijn all time favorites zijn De kat die een vlo had van Korky Paul met hilarische tekeningen en een tekst volledig op rijm. Mijn tweede favoriet is inmiddels een klassieker. Over een kleine mol die wil weten wie er op zijn kop gepoept heeft van Werner Holzwarth en Wolf Erlbruch. Een geweldig grappig verhaal.
Wil je het complete programma van de Nationale Voorleesdagen 2016 bij Kennemerwaard bekijken? Klik dan hier.
Heb je zelf een all time favoriet prentenboek? Schroom niet om het met ons te delen.
Chris
vrijdag 29 januari 2016
vrijdag 22 januari 2016
Boy & Bear
In 2009 vormde singer/songwriter Dave Hosking samen met Killian Gavin (gitaar), Dave Symes (basgitaar), Tim Hart (drums) en Jon Hart (keyboard, mandoline), de indie folk rockband Boy & Bear. In hun korte loopbaan heeft het Australische Boy & Bear al veel voor elkaar gekregen.
De goed geschreven, prettige luisterliedjes hebben voor ieder wat wils: de muziek balanceert tussen folk en rock in en kent nauwelijks scherpe randjes. De luchtige, niet al te zware toon van de muziek maakt deze band tot een knuffelbeer waar je geen kwaad aan kunt ontdekken.
Het is geen cd die je na 1 keer volledig mee kunt neuriën, maar dat maakt hem des te beter.
Dus; koptelefoon op en geniet van juweeltjes als "Feeding Line" en "My Only One".
Opvolger Harlequin Dream (2013) deed het zowaar nog beter en werd goud. Het album staat vol met dromerige liedjes, lichtvoetig met een grappige ondertoon. De composities klinken volwassener, en het geluid voller dan op de vorige plaat. Maar het tweede album was wat mij betreft toch “wat meer van hetzelfde”. Overigens heerlijk om naar te luisteren, zakt Harlequin Dream gaandeweg wat in. Tegen het einde wordt het met Stranger weer wat krachtiger.
Met het veelal live opgenomen Limit Of Love uit 2015 maakt Boy & Bear een omslag Ze werken met synthesizers en het klinkt allemaal wat elektronischer. Daarmee doet de band afstand van de folk associaties. Het album bevat simpele liedjes. Limit of Love is anders dan haar voorganger Harlequin Dream en het debuut Moonfire, maar nog steeds heel erg Boy & Bear.
Mooie pop die mensen onder de douche zingen of op straat neuriën. Alle drie albums zeker het beluisteren waard. De band heeft geen ongelofelijke staat van dienst, heeft geen gigantische podiumshow en heeft ook geen dikke hit waar het publiek op af komt. De band moet het hebben van de prachtige stem van de leadzanger Dave Hosking, indrukwekkend en vol wanhoop. De loepzuivere close harmony zangkoortjes met zijn vier bandleden en de veelal dromerige melodieën maken de band compleet.
Een tikkeltje braaf, maar het is zó prettig om naar de muziek van Boy & Bear te luisteren.
Moonfire is te reserveren bij Muziekweb
Harlequin Dream en Limit of Love bij Bibliotheek Kennemerwaard.
Anita
dinsdag 19 januari 2016
Goede voornemens
Lojze Kovacic
Ik las bij het blog van mijn directeur dat die het goede voornemen had om een boek per week te lezen. Leek me een mooi gemiddelde voor een echte bibliothecaris. Dat ga ik ook proberen. Een boek dat ik nog op mijn lijstje had staan waren de twee volgende delen van de trilogie van Lojze Kovacic: de Nieuwkomers. Een toepasselijk onderwerp voor onze tijd waarin zo moeilijk wordt gedaan over een redelijk overzichtelijk aantal mensen dat hier een plek moet vinden.
Bubi Kovacic
Bubi Kovacic is 10 jaar oud als zijn ouders (van Sloveense en Duitse afkomst) worden verdreven uit het Zwitserse Basel waar zijn vader twee mooie kleermakerszaken heeft. Het is de vooravond van de Tweede Wereldoorlog en Duitsers zijn niet meer welkom. Het gezin trekt naar familie op het Sloveense platteland en later naar Ljubljana. De hele strijd om het bestaan dat daarna volgt wordt vanuit het perspectief van Bubi verteld, terwijl de vertellende ik een stuk ouder is. Dat werkt wonderlijk genoeg heel goed. Kovacic' beschrijving van de armoede bezorgt je maagpijn. Wie Knut Hamsuns Honger heeft gelezen weet wat ik bedoel.
Talenten
Bubi heeft het heel moeilijk doordat hij zo slecht Sloveens praat, maar hij kan zich handhaven en wordt zelfs een echt vechtersbaas en aanvoerder van een jongensbende die uit roven gaat (voornamelijk eten!!). Maar hij ontdekt ook al snel dat hij prachtig kan tekenen en schilderen en hij kan wat verdienen met affiches voor winkels te maken. Daarna komt de ontdekking van de literatuur. Zijn eerste verhaal wordt al gepubliceerd als hij heel jong is, nadat hij jarenlang de bibliotheek heeft plat gelopen. Maar dan zitten we al in deel twee, daar ga ik nu aan beginnen.
Begin gauw met deel éénDe nieuwkomers!
Agnes
Ik las bij het blog van mijn directeur dat die het goede voornemen had om een boek per week te lezen. Leek me een mooi gemiddelde voor een echte bibliothecaris. Dat ga ik ook proberen. Een boek dat ik nog op mijn lijstje had staan waren de twee volgende delen van de trilogie van Lojze Kovacic: de Nieuwkomers. Een toepasselijk onderwerp voor onze tijd waarin zo moeilijk wordt gedaan over een redelijk overzichtelijk aantal mensen dat hier een plek moet vinden.
Bubi Kovacic
Bubi Kovacic is 10 jaar oud als zijn ouders (van Sloveense en Duitse afkomst) worden verdreven uit het Zwitserse Basel waar zijn vader twee mooie kleermakerszaken heeft. Het is de vooravond van de Tweede Wereldoorlog en Duitsers zijn niet meer welkom. Het gezin trekt naar familie op het Sloveense platteland en later naar Ljubljana. De hele strijd om het bestaan dat daarna volgt wordt vanuit het perspectief van Bubi verteld, terwijl de vertellende ik een stuk ouder is. Dat werkt wonderlijk genoeg heel goed. Kovacic' beschrijving van de armoede bezorgt je maagpijn. Wie Knut Hamsuns Honger heeft gelezen weet wat ik bedoel.
Talenten
Bubi heeft het heel moeilijk doordat hij zo slecht Sloveens praat, maar hij kan zich handhaven en wordt zelfs een echt vechtersbaas en aanvoerder van een jongensbende die uit roven gaat (voornamelijk eten!!). Maar hij ontdekt ook al snel dat hij prachtig kan tekenen en schilderen en hij kan wat verdienen met affiches voor winkels te maken. Daarna komt de ontdekking van de literatuur. Zijn eerste verhaal wordt al gepubliceerd als hij heel jong is, nadat hij jarenlang de bibliotheek heeft plat gelopen. Maar dan zitten we al in deel twee, daar ga ik nu aan beginnen.
Begin gauw met deel éénDe nieuwkomers!
Agnes
vrijdag 15 januari 2016
Over de schutting kijken bij Leeszaal West Rotterdam
Vorig jaar won, naar mijn idee zeer terecht, "De uitvinding van de Leeszaal" van Maurice Specht en Joke van der Zwaard de Victorine van Schaickprijs voor het beste initiatief en voor de beste publicatie. Nu had ik als deel van de jury wel schuin door het boekwerk heen gelezen, maar tot een diepgaand lezen was het nog niet gekomen. In deze relatief rustige dagen aan het begin van het jaar heb ik tijd om dit meer in detail tot mij te nemen.
Het is een gedegen boek, waarin vooral de zoektocht naar het opzetten van een burgerinitiatief, sturen en loslaten wordt beschreven. Er zitten een aantal zeer interessante zaken in waar we als bibliotheken veel van kunnen leren. Belangrijk is bijvoorbeeld dat Specht en van der Zwaard stellen dat bij het opzetten van zo'n initiatief er geen betaalde krachten zouden moeten zijn. Want dat dan de verhoudingen in verantwoordelijkheden wijzigen. Maar is er een tussenvorm mogelijk? Dat is spannend om te onderzoeken. In Kennemerwaard hebben we bij twee van onze projecten hiermee geëxperimenteerd. Bij Dag en Dauw, een project gericht op cultuurparticipatie door en voor ouderen, hebben we in krap een jaar tijd in sneltreinvaart een traject doorlopen van sturen naar faciliteren naar loslaten. Waar onze medewerkers van Artiance en bibliotheek aan het begin heel erg sturend optraden, bleek al heel snel dat de vrijwilligers meer en meer oppakten, en met plezier. De les van dit project is dat vrijwilligers heel graag zelf zaken op pakken, en dat het fijn is als er een professionele achtervang is om in te kunnen springen in geval van ziek, zwak en zeer. Er lijkt toch een vorm van burgerparticipatie te zijn waarbij vrijwilligers alles zelf willen en kunnen doen, mits er een professionele achtervang aanwezig is.
Bij het project Duurzaam Doen zijn we eerst gestart met een lezingencyclus, passieve betrokkenheid van de bezoekers die komen om te luisteren naar een interessante spreker. Daarna wilden we kijken of we de ambitie hoger konden leggen, meer betrokkenheid en verantwoordelijkheid voor een gedragswijziging, of bewustwording op gang konden brengen. Ook hier een zoektocht naar hoe je verantwoordelijkheden belegt. Onze medewerkers die betrokken waren bij het project hebben uiteindelijk de keuze gemaakt om op basis van gelijkwaardigheid met een groep van betrokken inwoners/bezoekers aan de slag te gaan. Dus in hun vrije tijd organiseerden zij thema-avonden. (Dat is overigens hun eigen keuze geweest, niet opgelegd door management of directie). Zij stelden zich daarmee op het zelfde niveau als die betrokken bewoners die iets wilden bijdragen aan de programmering. Uiteindelijk was er voor alle mensen die iets bijdroegen wel een kleine vergoeding, maar het stond niet in verhouding tot de tijd die men er in stopte. (In vergelijking tot hoe het zou zijn als we 'gewoon' een offerte zouden hebben gevraagd aan de zzp'ers en onze eigen mensen op uurbasis zouden hebben ingezet). De inzet was op basis van een intrinsieke motivatie om hier iets moois met elkaar te ontdekken, de kracht van samen ergens voor gaan. Ik vind het spannend hoe dit voort zal gaan, kunnen we dezelfde kracht blijven aanspreken bij onze medewerkers (die natuurlijk wel gewoon een salaris krijgen voor het 'normale' werk dat ze doen) en die betrokken burgers en zzp'ers?
Hebben Specht en van der Zwaard gelijk, of zijn er ook tussenvormen mogelijk? Voor Duurzaam Doen gaan we dat in 2016 uitvinden, omdat het geld en de uren die ervoor beschikbaar zijn minder zijn dan in 2015, en de ambitie inmiddels hoger ligt....
In het hoofdstuk "Publiek Domein" vertellen Van der Zwaard en Specht onder andere over hoe tijdens openingstijden er ook activiteiten plaats vinden. Iets waar we in Kennemerwaard in verschillende vestigingen al een paar jaar mee bezig zijn. Iets wat de nodige discussie oproept onder medewerkers en bezoekers. Iets waarvan wij vinden dat het juist ons werk transparanter en inzichtelijker maakt, en het veel makkelijker maakt om onverwachte ontmoetingen en ontdekkingen mogelijk te maken. Omdat bezoekers ineens met een activiteit van/in de bibliotheek kennis maken en verrast kunnen worden. Dat gebeurt niet als je alles buiten openingstijden of achter gesloten deuren organiseert. Mooi om te lezen dat ook bij Leeszaal West deze filosofie wordt aangehangen. Mooi dat ook zij de spanning wel voelen die dat met zich meebrengt.
Er zijn ook best een aantal kanttekeningen bij het initiatief en het boek te plaatsen. Er wordt door de schrijvers gezegd dat gesubsidieerde instellingen te strak zich moeten houden aan de regels van de overheid die hen subsidieert. Daar ben ik het niet helemaal mee eens. Natuurlijk is het zo dat je met de jouw subsidiërende overheid afspraken maakt over wat je zou moeten bereiken. Maar over het hoe gaat een overheid niet, dat is aan jou. En je hebt als (in ons geval dan) bibliotheek echt wel manoeuvreerruimte. Dan gaat het er om hoe je je verhaal verteld en ook de kracht van de herhaling van je boodschap. Dan blijkt vaak dat als je gewoon aan de slag gaat, en niet om extra geld komt, een gemeente dit waardeert als blijkt dat jouw initiatief bijdraagt aan samenhang in een wijk, aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken.
Intern hebben wij hier al aan paar keer gediscussieerd of het mogelijk is om inwoners meer bij de bibliotheek te betrekken, ook zonder dat er een draconisch besluit als sluiting van een vestiging aan vooraf gaat. Van der Zwaard en Specht geven beiden aan dat het hebben van een ontmoetingsplek in een dorp of wijk van wezenlijk belang is voor burgerparticipatie. Dus als bibliotheek zou je heel erg hard na moeten denken of je niet op een andere manier vestigingen open kunt houden als je met grote bezuinigingen wordt geconfronteerd, of als je je menskracht wilt gaan inzetten op ander zaken dan het proces van uitlenen. Dat is een vraag die ons in Kennemerwaard ook voortdurend bezig houdt. Dan is dit boek over Leeszaal West een mooie handleiding. Belangrijkste les die ik uit het boek heb gehaald is dat Leeszaal West zich richt op het bieden van concrete hulp bij het realiseren van ontwikkelingswensen van inwoners van hun wijk. Dat doen ze door vrijwilligers met elkaar in contact te brengen, als het al niet spontaan gebeurt, en hebben ze een budget om daar waar nodig externe vakmensen in te huren. Dat kunnen natuurlijk ook heel goed onze eigen vakmensen zijn denk ik dan. Voor de uitvoering van onze programmalijnen "Participatie en Zelfredzaamheid" en "Een leven lang leren" zouden wij binnen Kennemerwaard wel eens heel veel aan de lessen van Leeszaal West kunnen hebben.
Heeft u nu als inwoner van één van onze gemeenten (Bergen, Castricum, Alkmaar, Heerhugowaard) ideeën waarmee u in de bibliotheek of met de bibliotheek aan de slag zou willen, laat ons dat weten. Wij staan open voor uw ideeën en gaan graag met u in gesprek over hoe wij u kunnen helpen om die te realiseren.
Erna Winters
www.leeszaalrotterdamwest.nl |
Het is een gedegen boek, waarin vooral de zoektocht naar het opzetten van een burgerinitiatief, sturen en loslaten wordt beschreven. Er zitten een aantal zeer interessante zaken in waar we als bibliotheken veel van kunnen leren. Belangrijk is bijvoorbeeld dat Specht en van der Zwaard stellen dat bij het opzetten van zo'n initiatief er geen betaalde krachten zouden moeten zijn. Want dat dan de verhoudingen in verantwoordelijkheden wijzigen. Maar is er een tussenvorm mogelijk? Dat is spannend om te onderzoeken. In Kennemerwaard hebben we bij twee van onze projecten hiermee geëxperimenteerd. Bij Dag en Dauw, een project gericht op cultuurparticipatie door en voor ouderen, hebben we in krap een jaar tijd in sneltreinvaart een traject doorlopen van sturen naar faciliteren naar loslaten. Waar onze medewerkers van Artiance en bibliotheek aan het begin heel erg sturend optraden, bleek al heel snel dat de vrijwilligers meer en meer oppakten, en met plezier. De les van dit project is dat vrijwilligers heel graag zelf zaken op pakken, en dat het fijn is als er een professionele achtervang is om in te kunnen springen in geval van ziek, zwak en zeer. Er lijkt toch een vorm van burgerparticipatie te zijn waarbij vrijwilligers alles zelf willen en kunnen doen, mits er een professionele achtervang aanwezig is.
Bij het project Duurzaam Doen zijn we eerst gestart met een lezingencyclus, passieve betrokkenheid van de bezoekers die komen om te luisteren naar een interessante spreker. Daarna wilden we kijken of we de ambitie hoger konden leggen, meer betrokkenheid en verantwoordelijkheid voor een gedragswijziging, of bewustwording op gang konden brengen. Ook hier een zoektocht naar hoe je verantwoordelijkheden belegt. Onze medewerkers die betrokken waren bij het project hebben uiteindelijk de keuze gemaakt om op basis van gelijkwaardigheid met een groep van betrokken inwoners/bezoekers aan de slag te gaan. Dus in hun vrije tijd organiseerden zij thema-avonden. (Dat is overigens hun eigen keuze geweest, niet opgelegd door management of directie). Zij stelden zich daarmee op het zelfde niveau als die betrokken bewoners die iets wilden bijdragen aan de programmering. Uiteindelijk was er voor alle mensen die iets bijdroegen wel een kleine vergoeding, maar het stond niet in verhouding tot de tijd die men er in stopte. (In vergelijking tot hoe het zou zijn als we 'gewoon' een offerte zouden hebben gevraagd aan de zzp'ers en onze eigen mensen op uurbasis zouden hebben ingezet). De inzet was op basis van een intrinsieke motivatie om hier iets moois met elkaar te ontdekken, de kracht van samen ergens voor gaan. Ik vind het spannend hoe dit voort zal gaan, kunnen we dezelfde kracht blijven aanspreken bij onze medewerkers (die natuurlijk wel gewoon een salaris krijgen voor het 'normale' werk dat ze doen) en die betrokken burgers en zzp'ers?
Hebben Specht en van der Zwaard gelijk, of zijn er ook tussenvormen mogelijk? Voor Duurzaam Doen gaan we dat in 2016 uitvinden, omdat het geld en de uren die ervoor beschikbaar zijn minder zijn dan in 2015, en de ambitie inmiddels hoger ligt....
In het hoofdstuk "Publiek Domein" vertellen Van der Zwaard en Specht onder andere over hoe tijdens openingstijden er ook activiteiten plaats vinden. Iets waar we in Kennemerwaard in verschillende vestigingen al een paar jaar mee bezig zijn. Iets wat de nodige discussie oproept onder medewerkers en bezoekers. Iets waarvan wij vinden dat het juist ons werk transparanter en inzichtelijker maakt, en het veel makkelijker maakt om onverwachte ontmoetingen en ontdekkingen mogelijk te maken. Omdat bezoekers ineens met een activiteit van/in de bibliotheek kennis maken en verrast kunnen worden. Dat gebeurt niet als je alles buiten openingstijden of achter gesloten deuren organiseert. Mooi om te lezen dat ook bij Leeszaal West deze filosofie wordt aangehangen. Mooi dat ook zij de spanning wel voelen die dat met zich meebrengt.
Er zijn ook best een aantal kanttekeningen bij het initiatief en het boek te plaatsen. Er wordt door de schrijvers gezegd dat gesubsidieerde instellingen te strak zich moeten houden aan de regels van de overheid die hen subsidieert. Daar ben ik het niet helemaal mee eens. Natuurlijk is het zo dat je met de jouw subsidiërende overheid afspraken maakt over wat je zou moeten bereiken. Maar over het hoe gaat een overheid niet, dat is aan jou. En je hebt als (in ons geval dan) bibliotheek echt wel manoeuvreerruimte. Dan gaat het er om hoe je je verhaal verteld en ook de kracht van de herhaling van je boodschap. Dan blijkt vaak dat als je gewoon aan de slag gaat, en niet om extra geld komt, een gemeente dit waardeert als blijkt dat jouw initiatief bijdraagt aan samenhang in een wijk, aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken.
Intern hebben wij hier al aan paar keer gediscussieerd of het mogelijk is om inwoners meer bij de bibliotheek te betrekken, ook zonder dat er een draconisch besluit als sluiting van een vestiging aan vooraf gaat. Van der Zwaard en Specht geven beiden aan dat het hebben van een ontmoetingsplek in een dorp of wijk van wezenlijk belang is voor burgerparticipatie. Dus als bibliotheek zou je heel erg hard na moeten denken of je niet op een andere manier vestigingen open kunt houden als je met grote bezuinigingen wordt geconfronteerd, of als je je menskracht wilt gaan inzetten op ander zaken dan het proces van uitlenen. Dat is een vraag die ons in Kennemerwaard ook voortdurend bezig houdt. Dan is dit boek over Leeszaal West een mooie handleiding. Belangrijkste les die ik uit het boek heb gehaald is dat Leeszaal West zich richt op het bieden van concrete hulp bij het realiseren van ontwikkelingswensen van inwoners van hun wijk. Dat doen ze door vrijwilligers met elkaar in contact te brengen, als het al niet spontaan gebeurt, en hebben ze een budget om daar waar nodig externe vakmensen in te huren. Dat kunnen natuurlijk ook heel goed onze eigen vakmensen zijn denk ik dan. Voor de uitvoering van onze programmalijnen "Participatie en Zelfredzaamheid" en "Een leven lang leren" zouden wij binnen Kennemerwaard wel eens heel veel aan de lessen van Leeszaal West kunnen hebben.
Heeft u nu als inwoner van één van onze gemeenten (Bergen, Castricum, Alkmaar, Heerhugowaard) ideeën waarmee u in de bibliotheek of met de bibliotheek aan de slag zou willen, laat ons dat weten. Wij staan open voor uw ideeën en gaan graag met u in gesprek over hoe wij u kunnen helpen om die te realiseren.
Erna Winters
dinsdag 12 januari 2016
CoderDojo: Above All, Be Cool!
CoderDojo, Hour of Code, Code.org
Sinds kort heeft Bibliotheek Kennemerwaard een eigen CoderDojo. Een wat? Een CoderDojo.
De CoderDojo is een ontmoetingsplaats voor kinderen tussen 7 en 17 jaar oud waar zij met verschillende tools leren programmeren.
We maken onder andere gebruik van Scratch, Code.org, OzoBot, Dash & Dot, Raspberry Pi, Lego Mindstorms en nog veel meer.
Ook als je nog nooit geprogrammeerd hebt kun je meedoen! Je leert van en met elkaar. Daarnaast zijn er medewerkers van de bibliotheek en vrijwilligers aanwezig die je kunnen helpen.
Waarom?
Over de hele wereld zijn organisaties bezig om kinderen te leren programmeren, omdat programmeren vaardigheden leert die in de toekomst van groot belang kunnen zijn. Kunnen programmeren is in de toekomst waarschijnlijk net zo belangrijk als goed Engels kunnen spreken.
Kinderen leren te creëren tijdens het programmeren. Bovendien bevordert het het logisch denkvermogen, ruimtelijk inzicht, probleemoplossend vermogen. Kinderen leren ook te structureren en samenwerken.
Wanneer?
De officiële opening vond plaats op 19 december. Op drie locaties (Alkmaar Centrum, Heerhugowaard en Alkmaar de Mare) gingen kinderen aan de slag met Ella en Anna van Frozen om deze te laten schaatsen. Hierbij werd gebruik gemaakt van de puzzels op de website code.org.
Ben je tussen de 4 en 9 jaar en lijkt het je ook wat om te leren programmeren?
Dan kun je al terecht op donderdag 14 januari van 15.30-16.30 uur in Heerhugowaard! Of liever een andere datum? Kijk eens hoeveel we gepland hebben!
Vrijwilligers
Uiteraard kunnen we wel wat hulp gebruiken. We zijn op zoek naar mentoren die de kinderen willen begeleider. Wat we van je verwachten en wat jij kunt verwachten vind je op deze webpagina.
Nieuwsgierig geworden? Neem eens een kijkje op onze CoderDojo website
Sinds kort heeft Bibliotheek Kennemerwaard een eigen CoderDojo. Een wat? Een CoderDojo.
De CoderDojo is een ontmoetingsplaats voor kinderen tussen 7 en 17 jaar oud waar zij met verschillende tools leren programmeren.
We maken onder andere gebruik van Scratch, Code.org, OzoBot, Dash & Dot, Raspberry Pi, Lego Mindstorms en nog veel meer.
Ook als je nog nooit geprogrammeerd hebt kun je meedoen! Je leert van en met elkaar. Daarnaast zijn er medewerkers van de bibliotheek en vrijwilligers aanwezig die je kunnen helpen.
Waarom?
Over de hele wereld zijn organisaties bezig om kinderen te leren programmeren, omdat programmeren vaardigheden leert die in de toekomst van groot belang kunnen zijn. Kunnen programmeren is in de toekomst waarschijnlijk net zo belangrijk als goed Engels kunnen spreken.
Kinderen leren te creëren tijdens het programmeren. Bovendien bevordert het het logisch denkvermogen, ruimtelijk inzicht, probleemoplossend vermogen. Kinderen leren ook te structureren en samenwerken.
Wanneer?
De officiële opening vond plaats op 19 december. Op drie locaties (Alkmaar Centrum, Heerhugowaard en Alkmaar de Mare) gingen kinderen aan de slag met Ella en Anna van Frozen om deze te laten schaatsen. Hierbij werd gebruik gemaakt van de puzzels op de website code.org.
Ben je tussen de 4 en 9 jaar en lijkt het je ook wat om te leren programmeren?
Dan kun je al terecht op donderdag 14 januari van 15.30-16.30 uur in Heerhugowaard! Of liever een andere datum? Kijk eens hoeveel we gepland hebben!
Vrijwilligers
Uiteraard kunnen we wel wat hulp gebruiken. We zijn op zoek naar mentoren die de kinderen willen begeleider. Wat we van je verwachten en wat jij kunt verwachten vind je op deze webpagina.
Nieuwsgierig geworden? Neem eens een kijkje op onze CoderDojo website
maandag 11 januari 2016
Nieuwjaarstoespraak voor medewerkers
Het was me het jaar wel, 2015. Een jaar waarin we heel wat hoogtepunten te vieren hadden, maar ook een jaar waarin zware beslissingen vielen. 2015 was het jaar waarin we begonnen met de uitvoering van ons meerjarenbeleidsplan. Dat had onder andere tot gevolg dat het besluit viel om te reorganiseren in onze backoffice. Daardoor zijn er twee gedwongen ontslagen gevallen. Geen gemakkelijk besluit en we zullen Frank en Peter beiden missen als lid van ons team.
2015 was ook het jaar van uitbreiding, vernieuwing en verandering. Ik noem maar een paar hoogtepunten: de herinrichting van De Mare, de verhuizing naar de Brede School in de Rijp, de start van 5 bibliotheken op school in De Schermer, de opening van het servicepunt in Schermerhorn, de opening van het servicepunt in Egmond aan Zee en ook 5 bibliotheken op school in de Egmonden. De nominatie voor de beste bibliotheek met Overdie, de nominatie voor de IVI- award en de toekenning van projectgeld voor de ontwikkeling van de Stadsambassade door de Innovatieraad.
2016 wordt het jaar van verdere doorontwikkeling en reorganisatie. Nu zal de focus vooral op de frontoffice liggen. Dit voorjaar gaan we bezig met het verder uitwerken van onze plannen. Daarin zullen jullie natuurlijk ook meegenomen worden. Ik wil nadrukkelijk hier melden dat de reorganisatie van de publieksdiensten niet met gedwongen ontslagen gepaard hoeft te gaan. Ik kan het niet uitsluiten, maar iedereen krijgt de kans om mee te gaan in de veranderingen. Je krijgt de kans je bij te scholen en je te bekwamen daar waar nodig om mee te helpen uitvoering te geven aan ons meerjarenbeleidsplan en de vier programmalijnen. Jullie zijn zelf aan zet als het om je doorontwikkeling gaat! En ik heb er alle vertrouwen in dat jullie dat kunnen.
Dat de wereld om ons heen verandert is niet nieuw. Dat er andere dingen van ons gevraagd worden als bibliotheek is ook niet nieuw. Dat de druk op de bibliotheek en het bewijs van onze maatschappelijke waarde wordt opgevoerd is ook niet nieuw. Ik denk dat wij als bibliotheek Kennemerwaard de afgelopen jaren aan onze gemeenten telkens duidelijk hebben kunnen maken wat we doen, en vooral waarom we het doen en wat dat bijdraagt aan de lokale samenleving. En toch is dit werk nooit af. We zijn met z’n allen ambassadeurs van de bibliotheek. Samen zijn we de beste reclame van waar Kennemerwaard voor staat.
De wereld om ons heen staat in brand. Hier in Nederland, in Heerhugowaard, Alkmaar, Bergen en Castricum komen vluchtelingen in opvangcentra’s en azc’s. Een digitaliserende overheid plaatst burgers die niet zo digitaal vaardig zijn aan de buitenkant, en de groep van 1,3 miljoen laaggeletterden heeft heel veel moeite om zichzelf staande te houden in de maatschappij. En dan heb ik het nog niet over de verharding van de samenleving. Het verschijnsel dat een discussie vaak niet meer is dan het uitwisselen van standpunten, de overtuigdheid van het eigen gelijk, waarbij de nieuwsgierigheid naar de ander het kind van de rekening is geworden. Op het moment dat we niet meer nieuwsgierig zijn naar elkaar, als we denken te weten hoe die ander ons moet respecteren zonder dat we daar zelf inspanning voor willen doen, dan dreigt onze samenleving te verworden tot een barre woestijn waarin alleen dappere nomaden tussen de oases van het eigen gelijk heen en weer durven te trekken om daar ideeën en denkbeelden op te halen en uit te wisselen.
De bibliotheek, wij, de medewerkers van de bibliotheek, wij moeten staan voor het uitwisselen van ideeën. Wij staan voor de mogelijkheid om ieder mens het beste uit zichzelf te laten halen. Dat kan alleen als we nieuwsgierigheid bevorderen en uitlokken. Als we mensen uitdagen om dwarse gedachten te hebben, ook al sporen die niet met de onze. Als we creativiteit voeden, en mensen bij elkaar brengen en ze nieuwe dingen te laten ontdekken. Dat hebben we het afgelopen jaar laten zien, en dat gaan we ook in 2016 doen. Ik ben er van overtuigd dat, hoewel de bibliotheek af en toe onder vuur ligt, wij als Kennemerwaard duidelijk maken dat we er toe doen, dat wij een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van onze samenleving en dat wij ruimte bieden aan het individu dat zichzelf wil ontwikkelen. Onkruid Vergaat Niet, dat is de idee van de bibliotheek, als een metafoor van blijvende standvastigheid. Het is de basis van de bibliotheek en ik ben er zeker van dat Kennemerwaard als onkruid prachtig zal blijven bloeien.
(En daar heb ik een gedicht bij van Ida Gerhardt.)
"LOF VAN HET ONKRUID
Godlof dat onkruid niet vergaat.
Het nestelt zich in spleet en steen,
breekt door beton en asfalt heen,
bevolkt de voegen van de straat.
Achter de stoomwals valt weer zaad:
de bereklauw grijpt om zich heen.
En waar een bom zijn trechter slaat
is straks de distel algemeen.
Als hebzucht alles heeft geslecht
straalt het klein hoefblad op de vaalt
en wordt door brandnetels vertaald:
`gij die millioenen hebt ontrecht:
zij kòmen - uw berekening faalt.'
Het onkruid wint het laatst gevecht."
vrijdag 8 januari 2016
Het Engelse plattelandsleven is bloedlink
Sfeer
Bovenstaande trailer is gemaakt n.a.v. de honderdste aflevering van de tv-serie Midsomer Murders. Inmiddels maakt geen van de oorspronkelijke hoofdrolspelers er meer deel van uit. Maar dat is geen enkel probleem. In tegenstelling tot de meeste andere detectiveseries gaat het bij Midsomer Murders juist niet om de hoofdrolspelers. Maar om de sfeer, de scherpe karikatuur van het Engelse dorpsleven en de excentrieke bijfiguren. Die formule blijft ook na 17 seizoenen in voldoende variatie overeind. Ik vind hem zelfs sterker worden. Op een enkele uitzondering na spelen alle afleveringen (telkens van bioscooplengte) zich af in het graafschap Midsomer. Waar een drinkwatertest wel eens een goed idee zou zijn, want er wordt door de jaren heen lustig op los gemoord. De ene dorpsbewoner is nog excentrieker dan de andere en iedereen heeft geheimen waardoor het aantal verdachten altijd prettig hoog ligt.
Tom.....
Hoofdinspecteur Tom Barnaby mag er met zijn assistent dagelijks tegenaan. De eerste 29 afleveringen (deels gebaseerd op de boeken van Caroline Graham) is dat Gavin Troy, een beetje een goedaardige jonge sukkel. Waarschijnlijk om Barnaby scherper te doen uitkomen. Deze reeks toont Midsomer Murders verder in zijn volle kracht. Hoogtepunt is het experimentele Blue Herring. Vervolgens komt Dan Scott Troy voor 44 afleveringen vervangen en begint het geheel naar mijn gevoel wat te zwalken. Door de intelligente assistent weten de schrijvers zich minder raad met de verhouding tussen beide. Het camerawerk en de overdreven karakterisering blijven gelukkig wel redelijk intact, maar ik ben toch even afgehaakt. Ben Jones volgt Scott op voor 52 afleveringen en met deze vindingrijke assistent die toch ook veel te leren heeft op bepaalde vlakken, ontstaat een nieuwe balans. Al wordt er even geworsteld met onnodig expliciet geweld. Hoogtepunt is het prachtig gefotografeerde Death and Dust. Barnaby zelf vormt weer het tegenwicht van een scherpzinnig en doortastend, maar verder in gedrag ontzettend doorsnee (en thuis zelfs saai) personage tussen al die maffe verdachten.
.....en John
Na 81 aflevering verlaat John Nettles de show en neemt Neil Dudgeon het over als John Barnaby, de broer van Tom. Een truttigere wisseling van hoofdpersoon is nauwelijks denkbaar, maar het past wel binnen de idiote verhoudingen in Midsomer. Persoonlijk had ik het aardiger gevonden als Ben Jones de nieuwe hoofdinspecteur was geworden. John is een wat opgewektere en tegelijkertijd meer cynische figuur met een leukere vrouw dan het stereotype draakje waar Tom voor gekozen had. Het duurde even voor de schrijvers hier grip op kregen en ik vond het in eerste instantie niet een verbetering. Maar ik kom daar op terug. Waar Tom Barnaby het gekkenhuis waarin hij verkeerde serieus nam, kijkt John er meestal met een glimlach naar. Het sfeervolle camerawerk is inmiddels tot grote hoogte geklommen en de verhalen grijpen dieper ook al worden ze vaak nog merkwaardiger (kijk maar eens naar de opening van de aflevering Dark Rider). Inmiddels is Charlie Nelson de assistent die van de grote stad is gekomen. De verhoudingen worden alleen maar scherper.
Meedogenloos
De meedogenloze persiflage op het idyllische Engelse plattelandsleven groeit nog steeds in kwaliteit. Als Fransen dit gemaakt zouden hebben, zouden de Engelsen waarschijnlijk van verontwaardiging ontploft zijn. Maar nu wordt het wonderlijk genoeg als charmant en gewoon grappig gezien en blijft ook in eigen land enorm populair. In de bibliotheek is van alle seizoenen wel wat te krijgen. Ik zou zeggen, maak een keuze en graaf je voor een paar dagen in.
Raoul
Reserveer Midsomer Murders in onze catalogus
Labels:
Barnaby,
Caroline Graham,
John Nettles,
kijken,
Midsomer Murders,
Neil Dudgeon
dinsdag 5 januari 2016
IJstweeling
Spannende, psychologische thriller, geschreven door een mysterieuze auteur, die zich verschuilt achter het pseudoniem S.K. Tremayne.
Een dramatisch en duister verhaal dat gaat over de identieke tweeling Kirstie en Lydia en hun ouders Sarah en Angus Moorcroft. De meisjes worden geboren op een koude winterdag en hebben ijsblauwe ogen en sneeuwblond haar. Hun grootvader noemt hen daarom de IJstweeling. Zelfs hun ouders kunnen ze niet altijd uit elkaar houden.
Nieuw begin
Er gebeurt een tragisch ongeluk en één van de meisjes komt om het leven. Om een nieuw begin te maken besluiten ze met hun overgebleven dochter Kirstie naar een afgelegen en onherbergzaam eilandje in Schotland te verhuizen. Angus heeft het eiland en het huis dat er op staat van zijn grootvader geërfd. De natuur is ruig en de mensen lijken er vijandig en gesloten. Als het winter wordt raakt het gezin steeds verder geïsoleerd.
Spookachtige verschijnselen
Kirstie begint vreemd gedrag te vertonen, ze beweert dat ze Lydia is. Deze uitspraak zet alle verhoudingen binnen het gezin op scherp. Heeft er misschien een vreselijke vergissing plaatsgevonden? Langzaam slaat de twijfel toe. De auteur neemt je mee in het gezinsleven en er gebeuren vreemde, onverklaarbare dingen.
Ook de ouders, Angus en Sarah, hebben zo hun geheimen en verborgen kanten.
Het grootste deel van het boek wordt verteld vanuit het gezichtspunt van Sarah.
Bijzondere plaats
De roman speelt zich af op een denkbeeldig eiland, Torran Island (Eilean Torran), een getijdeneiland. Het eiland vertoont veel gelijkenis met Eilean Sionnach, één van de eilanden van de Binnen-Hebriden. Dat is een eilandengroep tussen het vasteland van Schotland en de eilandengroep Buiten-Hebriden. Het grootste eiland van deze eilandengroep is The Isle of Skye, een eiland dat met een brug met Schotland is verbonden. Er staat zo'n zelfde vuurtoren en net zo'n huisje op het Eilean Sionnach als op het fictieve eiland.
Over de auteur
Over de identiteit van de schrijver bestaat nog al wat verwarring. S.K. Tremayne is een pseudoniem van een internationale bestsellerauteur, die woont en werkt in Londen. Zelfs de naam van J.K. Rowling wordt genoemd.
Online Wikipedia en Twitter doen vermoeden dat de journalist en schrijver Sean Thomas (1963) zich achter de naam S.K. Tremayne verschuilt. Deze auteur heeft ook onder een ander pseudoniem, Tom Knox, archeologische en religieuze thrillers op zijn conto staan. De auteur heeft nooit officieel bekend gemaakt dat hij de auteur is van IJstweeling.
Zelf ben ik gefascineerd door de ruige, onherbergzame natuur van Schotland en ik wilde dit spannende en duistere boek het liefst in één keer uitlezen. De kaft alleen al oefent aantrekkingskracht uit. Het einde is heel verrassend.
Dit boek reserveren! Klik hier!
Marga de Jong
Een dramatisch en duister verhaal dat gaat over de identieke tweeling Kirstie en Lydia en hun ouders Sarah en Angus Moorcroft. De meisjes worden geboren op een koude winterdag en hebben ijsblauwe ogen en sneeuwblond haar. Hun grootvader noemt hen daarom de IJstweeling. Zelfs hun ouders kunnen ze niet altijd uit elkaar houden.
Nieuw begin
Er gebeurt een tragisch ongeluk en één van de meisjes komt om het leven. Om een nieuw begin te maken besluiten ze met hun overgebleven dochter Kirstie naar een afgelegen en onherbergzaam eilandje in Schotland te verhuizen. Angus heeft het eiland en het huis dat er op staat van zijn grootvader geërfd. De natuur is ruig en de mensen lijken er vijandig en gesloten. Als het winter wordt raakt het gezin steeds verder geïsoleerd.
Spookachtige verschijnselen
Kirstie begint vreemd gedrag te vertonen, ze beweert dat ze Lydia is. Deze uitspraak zet alle verhoudingen binnen het gezin op scherp. Heeft er misschien een vreselijke vergissing plaatsgevonden? Langzaam slaat de twijfel toe. De auteur neemt je mee in het gezinsleven en er gebeuren vreemde, onverklaarbare dingen.
Ook de ouders, Angus en Sarah, hebben zo hun geheimen en verborgen kanten.
Het grootste deel van het boek wordt verteld vanuit het gezichtspunt van Sarah.
Bijzondere plaats
De roman speelt zich af op een denkbeeldig eiland, Torran Island (Eilean Torran), een getijdeneiland. Het eiland vertoont veel gelijkenis met Eilean Sionnach, één van de eilanden van de Binnen-Hebriden. Dat is een eilandengroep tussen het vasteland van Schotland en de eilandengroep Buiten-Hebriden. Het grootste eiland van deze eilandengroep is The Isle of Skye, een eiland dat met een brug met Schotland is verbonden. Er staat zo'n zelfde vuurtoren en net zo'n huisje op het Eilean Sionnach als op het fictieve eiland.
Over de auteur
Over de identiteit van de schrijver bestaat nog al wat verwarring. S.K. Tremayne is een pseudoniem van een internationale bestsellerauteur, die woont en werkt in Londen. Zelfs de naam van J.K. Rowling wordt genoemd.
Online Wikipedia en Twitter doen vermoeden dat de journalist en schrijver Sean Thomas (1963) zich achter de naam S.K. Tremayne verschuilt. Deze auteur heeft ook onder een ander pseudoniem, Tom Knox, archeologische en religieuze thrillers op zijn conto staan. De auteur heeft nooit officieel bekend gemaakt dat hij de auteur is van IJstweeling.
Zelf ben ik gefascineerd door de ruige, onherbergzame natuur van Schotland en ik wilde dit spannende en duistere boek het liefst in één keer uitlezen. De kaft alleen al oefent aantrekkingskracht uit. Het einde is heel verrassend.
Dit boek reserveren! Klik hier!
Marga de Jong
Labels:
angsten,
duisternis,
familiedrama,
Flashback,
lezen,
literaire thriller,
psychologische thriller
zaterdag 2 januari 2016
Leestips van de directeur, wat las zij in 2015
Afgelopen jaar 2015 deed ik mee aan de challenge "een boek per week" op Pinterest. Ik wist bij voorbaat al dat dit kansloos was... te druk soms met mijn werk, en te weinig prioriteit, en een voorkeur voor dikke pillen maakte dat ik wist dat ik dat aantal van 53 boeken niet ging halen. En toch vond ik het een charmant idee om een jaar lang bij te houden wat ik gelezen had. Ik heb er toch maar mooi 34 uitgelezen, van zeer diverse aard. Als ik nu terug kijk naar wat ik in 2015 heb gelezen dan wil ik toch een paar van mijn favorieten met jullie delen.
In de categorie Non-Fictie:
1. 1812 van Adam Zamoyski
2. De Boerenoorlog van Martin Bossenbroek
3. Aan de rand van de wereld van Michael Pye
In de categorie kinder/jeugdboeken:
1. Eén mens is genoeg van Els Beerten
2. Bunkerdagboek van Kevin Brooks
3. De Goochelaar, de geit en ik van Dirk Weber
In de categorie lekker (romantisch) leesvoer:
1. Met het bloed van mijn hart II van Diana Gabaldon
2. Het boek des levens van Deborah Harkness
3. De laatste keizerin van Jung Chang
In de categorie spannend:
1. De officier van Robert Harris
2. 13 uur van Deon Meyer
In de categorie literatuur:
1. Oorlog en terpentijn van Stephan Hertmans
2. Ik kom terug van Adriaan van Dis
3. Birk van Jaap Robben
Het is me goed bevallen om bij te houden wat ik gelezen heb, dus ik denk dat ik dat maar blijf doen op Pinterest. Op naar een boek per week in 2016.... opnieuw kansloos.... :-)
Wilt u weten wat ik in 2016 lees volg mij dan op Pinterest.
Erna Winters
In de categorie Non-Fictie:
1. 1812 van Adam Zamoyski
2. De Boerenoorlog van Martin Bossenbroek
3. Aan de rand van de wereld van Michael Pye
In de categorie kinder/jeugdboeken:
1. Eén mens is genoeg van Els Beerten
2. Bunkerdagboek van Kevin Brooks
3. De Goochelaar, de geit en ik van Dirk Weber
In de categorie lekker (romantisch) leesvoer:
1. Met het bloed van mijn hart II van Diana Gabaldon
2. Het boek des levens van Deborah Harkness
3. De laatste keizerin van Jung Chang
In de categorie spannend:
1. De officier van Robert Harris
2. 13 uur van Deon Meyer
In de categorie literatuur:
1. Oorlog en terpentijn van Stephan Hertmans
2. Ik kom terug van Adriaan van Dis
3. Birk van Jaap Robben
Het is me goed bevallen om bij te houden wat ik gelezen heb, dus ik denk dat ik dat maar blijf doen op Pinterest. Op naar een boek per week in 2016.... opnieuw kansloos.... :-)
Wilt u weten wat ik in 2016 lees volg mij dan op Pinterest.
Erna Winters
vrijdag 1 januari 2016
Eén leven? Het lijken er wel tien!
Fascinerend
Ik lees heel graag de boeken van Annejet van der Zijl. Eerder had zij al veel succes met 'Jagtlust', 'Sonny Boy', 'Anna: het leven van Annie M.G. Schmidt', 'Gerard Heineken: de man, de stad en het bier' en 'Bernhard: een verborgen geschiedenis'. En nu is zojuist verschenen 'De Amerikaanse prinses' , het levensverhaal van Allene Tew. We volgen deze fascinerende vrouw vanaf haar geboorte als kind van de enigszins arme tak van een verder succesvolle pioniersfamilie in de staat New York, tot aan haar dood aan de Zuid-Franse kust. Een duizelingwekkende hoeveelheid gebeurtenissen, haast te veel voor één leven. Vijf huwelijken, overleden kinderen, enorme fortuinen en het net zo gemakkelijk weer verliezen van grote sommen geld, ontmoetingen met de groten der aarde: dit alles komt voorbij.
Geschiedenis
Het boek levert ook een goed beeld op van de geschiedenis van de Verenigde Staten en Europa. Allene Tew leefde vanaf het eind van de negentiende eeuw tot zo'n tien jaar na de Tweede Wereldoorlog. De grote gebeurtenissen in deze periode, zoals de Grote Depressie en de beide wereldoorlogen hebben veel invloed gehad op haar leven. Ze kreeg met enorm veel tegenslag te maken maar niets leek haar te kunnen breken. Telkens lukte het haar om de scherven bij elkaar te rapen en verder te gaan met haar leven. Zij had een uitzonderlijk talent om het verleden achter zich te laten en haar blik steeds weer op de toekomst te richten.
De verloving van de prinses
In de jaren dertig van de twintigste eeuw was men in de kringen van het Nederlandse Koninklijk Hof enigszins wanhopig geworden. Het lukte maar niet om een huwelijkskandidaat voor Prinses Juliana te vinden. In het boek 'Bernhard: een verborgen geschiedenis' komen de eerste ontmoetingen tussen Bernhard en de prinses uitgebreid aan de orde. Maar wie was toch die geheimzinnige tante Allene in Parijs waar Bernhard zo nu en dan bij inwoonde en die hem ook financieel steunde? Annejet van der Zijl ontdekte dat die ontmoetingen helemaal niet zo toevallig waren. Allene Tew heeft daar een heel grote rol in gespeeld. Zij was zelfs nadrukkelijk aanwezig bij de onderhandelingen over de huwelijkse voorwaarden. Ze deed haar uiterste best om de belangen van haar beschermeling Bernhard zo goed mogelijk te behartigen. Zij werd later ook peetmoeder van het pasgeboren prinsesje, Beatrix. De auteur raakte gebiologeerd door Allene Tew en besloot toen om een boek over deze opmerkelijke vrouw te schrijven. Gelukkig maar want het heeft mij een paar fijne uurtjes leesplezier opgeleverd.
Louise
Je kunt hier klikken als je dit bijzondere boek wilt reserveren
Ik lees heel graag de boeken van Annejet van der Zijl. Eerder had zij al veel succes met 'Jagtlust', 'Sonny Boy', 'Anna: het leven van Annie M.G. Schmidt', 'Gerard Heineken: de man, de stad en het bier' en 'Bernhard: een verborgen geschiedenis'. En nu is zojuist verschenen 'De Amerikaanse prinses' , het levensverhaal van Allene Tew. We volgen deze fascinerende vrouw vanaf haar geboorte als kind van de enigszins arme tak van een verder succesvolle pioniersfamilie in de staat New York, tot aan haar dood aan de Zuid-Franse kust. Een duizelingwekkende hoeveelheid gebeurtenissen, haast te veel voor één leven. Vijf huwelijken, overleden kinderen, enorme fortuinen en het net zo gemakkelijk weer verliezen van grote sommen geld, ontmoetingen met de groten der aarde: dit alles komt voorbij.
Geschiedenis
Het boek levert ook een goed beeld op van de geschiedenis van de Verenigde Staten en Europa. Allene Tew leefde vanaf het eind van de negentiende eeuw tot zo'n tien jaar na de Tweede Wereldoorlog. De grote gebeurtenissen in deze periode, zoals de Grote Depressie en de beide wereldoorlogen hebben veel invloed gehad op haar leven. Ze kreeg met enorm veel tegenslag te maken maar niets leek haar te kunnen breken. Telkens lukte het haar om de scherven bij elkaar te rapen en verder te gaan met haar leven. Zij had een uitzonderlijk talent om het verleden achter zich te laten en haar blik steeds weer op de toekomst te richten.
De verloving van de prinses
In de jaren dertig van de twintigste eeuw was men in de kringen van het Nederlandse Koninklijk Hof enigszins wanhopig geworden. Het lukte maar niet om een huwelijkskandidaat voor Prinses Juliana te vinden. In het boek 'Bernhard: een verborgen geschiedenis' komen de eerste ontmoetingen tussen Bernhard en de prinses uitgebreid aan de orde. Maar wie was toch die geheimzinnige tante Allene in Parijs waar Bernhard zo nu en dan bij inwoonde en die hem ook financieel steunde? Annejet van der Zijl ontdekte dat die ontmoetingen helemaal niet zo toevallig waren. Allene Tew heeft daar een heel grote rol in gespeeld. Zij was zelfs nadrukkelijk aanwezig bij de onderhandelingen over de huwelijkse voorwaarden. Ze deed haar uiterste best om de belangen van haar beschermeling Bernhard zo goed mogelijk te behartigen. Zij werd later ook peetmoeder van het pasgeboren prinsesje, Beatrix. De auteur raakte gebiologeerd door Allene Tew en besloot toen om een boek over deze opmerkelijke vrouw te schrijven. Gelukkig maar want het heeft mij een paar fijne uurtjes leesplezier opgeleverd.
Louise
Je kunt hier klikken als je dit bijzondere boek wilt reserveren
Labels:
Allene Tew,
biografie,
Europa,
lezen,
Prins Bernhard,
Prinses juliana,
Verenigde Staten van Amerika
Abonneren op:
Posts (Atom)